Muziek

Swingtanzen (nicht) verboten (2)

In een vorig bericht schreef ik over Stan Brenders, de Brusselse jazzman die met zijn swingende muziek veler harten veroverde en na de Tweede Wereldoorlog verguisd werd. Brenders – net als Fud Candrix en andere Belgische orkestleiders in die jaren – ondertekende tijdens de bezetting contracten bij het Duitse platenlabel Telefunken, wat hem achteraf bijzonder kwalijk werd genomen.

s-l1000

Het verbaast me allemaal enigszins. Niet het feit dat Brenders na de oorlog van collaboratie werd beschuldigd – het was een tijd van persoonlijke afrekeningen; in zijn overzicht van de Belgische jazzgeschiedenis wijst Marc Danval trouwens op de banden die Brenders met het verzet zou hebben gehad.

Wat me verbaast is de grote belangstelling in nazi-Duitsland voor bigbandmuziek. Als er één muzikaal genre het predicaat fremdländisch verdiende – om in het vocabularium van de hitlerianen te blijven – was het toch wel de jazz? Wildemansklanken, Afrikaanse ritmes, import uit het duivelse Amerika!

Een producent van luidsprekers maakte zich sterk dat de opmars van Hitler en de zijnen grotendeels zijn verdienste was.

Een platenfirma als Telefunken was het regime overigens meer dan gunstig gezind – en omgekeerd. Al in 1934 verkondigde het bedrijf, dat ook luidsprekers produceerde, dat de triomftocht van het nationaal-socialisme in niet geringe mate te danken was aan de kwaliteit van zijn megafoons …

c1494c7b79d59973b3a664a308451065
Dit bordje – er bestaat ook een variant met rode letters – is te koop op diverse tweedehandswebsites, die ‘authentieke replica’s’ aanbieden.

Wat dan met de veelgehoorde bewering ‘dat swingjazz niet toegelaten was in het Duitsland van Hitler’? Er mag geen boek verschijnen over dat onderwerp of er staat een afbeelding in van het bekende geëmailleerde bordje met het opschrift ‘Swingtanzen verboten’. Steevast in gotische letters en ‘ondertekend’ door de Reichskulturkammer, het instituut dat bepaalde welke kunstuiting volkseigen was en welke ‘ontaard’.

Met andere woorden: de nazi’s lieten jazzmuziek oogluikend toe, zolang het jonge volkje er maar niet op ging dansen? Ik vond altijd al dat er iets loos was met dat bizarre verbod. Dat vindt ook de Duitse historicus Bodo Mrozek. Hij wilde weleens weten in welk jaar de emaillen plakkaatjes ‘Swingtanzen verboten’ ingang vonden. Mrozeks onthutsende conclusie: ze zijn niet ouder dan halfweg de jaren zeventig.

Hoe het verliep: in 1976 bracht Telefunken (!) een verzamelalbum uit met bigbandmuziek uit de jaren dertig en veertig. Authentieke opnames van Stan Brenders en Jean Omer, maar ook van minder bekende Belgische orkestleiders zoals Eddie Towers (eigenlijk: Emile Latour) werden uit de archieven opgeduikeld. Voor de platenhoes kreeg de ontwerper van dienst carte blanche, schrijft Mrozek:

Als Marketing-Gag für die leicht angestaubte Musik besinnt man sich darauf, dass die fröhlichen Saxophonklänge vor wenigen Jahrzehnten einmal das Nimbus verbotener Bückware besaßen und beschließt das zu tun, was man in Marketing-Kreisen üblicherweise tut: Man beauftragt einen Grafiker mit der Visualisierung.

r-1621731-1303820222.gif
De platenhoes uit 1976 die ongewild in de geschiedenisboeken is geslopen.

Wat we nu als iconisch beeld uit de tijd van het Derde Rijk beschouwen, komt met andere woorden uit de hoed van een Duitse creativo, ruim veertig jaar geleden. Onder het motto: ‘Koop deze plaat, want onze ouders onder het juk van de nazi’s konden alleen maar stiekem naar dit soort muziek luisteren!

Ongewild heeft de platenfirma ervoor gezorgd dat een onschuldige marketingtruc de status van historische bron – een officieel verbodsbord ‘uit de tijd van toen’ – heeft gekregen.

Is daarmee de vraag beantwoord of dansen op swingjazz al dan niet toegelaten was in het nazitijdperk? Niet helemaal. Voor mensen zoals Heinrich Himmler, kopman van de SS, stond swing voor alles wat hij verafschuwde: lichte zeden, een nonchalante levensstijl en individualisme. Kortom: staatsgevaarlijke lieden, die swingliefhebbers.

Anderzijds kon de hang van de door oorlog geteisterde bevolking naar goedkope ontspanning – cinema, populaire muziek – niet gestopt worden. En er was, zoals gezegd, de productie van ‘buitenlandse’ orkestmuziek door de Berlijnse muziekindustrie. In sommige Duitse steden was een tijdelijk verbod op dansmuziek zeker aan de orde – maar het emaillen bordje ‘Swingtanzen verboten’ is niet authentiek.

Meer lezen
Marc Brüninghaus, Unterhaltungsmusik im Dritten Reich. Hamburg, Diplomica, 2010.
Marc Danval, Histoire du jazz en Belgique. Waterloo, Avant-Propos, 2014.
Cornelia Epping-Jäger, ‘Hitler’s Voice. The Loudspeaker under National Socialism’, in: Intermédialités, 17 (2011), p. 83-104.
Bodo Mrozek, ‘An der plakativen Front: Eine Fälschung macht Geschichte’, 26 maart 2013, gelezen op pophistory.hypotheses.org/527.

2 gedachten over “Swingtanzen (nicht) verboten (2)”

  1. Hoogst interessant – dezelfde geschiedsvervalsingen kom je tegen over bijv. het Bauhaus, dat was weliswaar verboden, maar de stalen buismeubels doken weer op (zonder de naam van de ontwerpers erbij) in en rond 1935, en werden heftig verkocht – immers, dit soort meubels was veel goedkoper te maken dan handgesneden kasten met runen enzo. Pas het zg. Aluminiumverbot in 1937 zorgde ervoor dat die meubels niet meer konden, maar dat had te maken met de noodzaak voor grondstoffen om vliegtuigen mee te maken. Daarna ziet men dan weer moderne meubels, maar dan van spaanplaat.

    Geliked door 1 persoon

    1. Wim, over Bauhaus gesproken: over twee maanden gaat in Weimar een nieuw museum open over het onderwerp. Ook in Berlijn is er in dit Bauhausjaar veel te beleven. (Ik moet bekennen nog nooit in Weimar of Dessau te zijn geweest; ik hoop daar snel verandering in te brengen.)

      Like

Plaats een reactie